Vanmorgen( 29-9-2017) was het dan zo ver , heb de door mij gevonden Vikingschat van Jonkersvaart afgeleverd bij het Groninger Museum.
Ze zullen de aankomende tijd daar zijn te bezichtigen en waarschijnlijk zullen ze deel uit gaan maken van de tentoonstelling over de Vikingen in het Fries Museum in 2019.
Onder het genot van een bakje koffie en een zeer interessant gesprek met de heer Egge Knol conservator van het Groninger Museum zijn ze overhandigd .
Met een goed gevoel kan ik ze daar achter laten .
Het vinden van de schat was een hele eer en de aandacht die het met zich mee bracht is geweldig om mee te maken.
En het mooiste is dat je naam er altijd aan zal zijn verbonden.
Hopen dat het ooit in de toekomst nog een keer zal gebeuren
???
Op naar het volgende avontuur .
Op pad met een schatzoeker
1 november 2016 31 oktober 2016 Gerdt van Hofslot Groningen
FOTO DVHN/GERDT VAN HOFSLOT
Op een druilerige junidag in 2014 groef amateur-archeoloog Martin van den Bosch een kleine zilverschat op in een weiland bij Jonkersvaart. Hij is de kunst nog niet verleerd, blijkt tijdens een speurtocht bij Marum.
Langzaam kuiert Van den Bosch over een modderige akker, tussen de stoppels van de rijen geoogste maïsplanten. Zwiepend met zijn Garrett-metaaldetector. Van links naar rechts en weer terug. Een koptelefoon schuin op zijn hoofd. In zijn linkerhand een fel oranje pioniersschop.
'Piep!'
De Groninger, die werkt als voorman in een plasticfabriek, heeft het apparaat zo afgesteld, dat niet bij elke spijker een scherpe pieptoon in zijn hoofdtelefoon klinktt. Maar aan het signaal dat aluminium verraadt doet hij niets. ,,Die toon kan duiden op een trekclipje van een blikje, maar ook op een gouden ring. Die wil je niet missen. Dus moet je graven bij die toon.’’
Hoe weet hij eigenlijk waar hij moet zoeken? ,,Hoge gronden zijn veelbelovend. Daar hebben vroeger meestal mensen gezeten. Op plekken waar huizen stonden, zoek ik trouwens liever niet. Daar ligt zoveel rommel in de grond, dan blijf je graven. Verder loop ik graag in de buurt van paden. Daar heb je altijd kans iets aan te treffen.’’
Van den Bosch speurt al zo’n tien jaar akkers af. Meestal na de oogst. ,,Met graven richt je dan geen schade aan. En ik gooi de kuilen altijd dicht. Dat doet niet iedereen. Regelmatig kom ik gaten tegen van anderen. Die gooi ik zelf dan maar dicht. Ik vind dat je je zoekterrein altijd netjes moet achterlaten.’’
Maar hij is ook te vinden op grasland. ,,Als ik op iets stuit, steek ik de zode voorzichtig los en klap die open. Dan kun je zonder schade aan de grasmat aan te richten in de grond graven.”
Hij heeft snel in de gaten of er iets te halen valt. ,,Ik kijk goed wat er ligt. Als je veel oud porcelijn op een akker ziet, is dat meestal een indicatie dat er wel wat is te vinden. Dan is er in dat gebied vroeger afval gestort uit de stad. En daar kunnen interessante dingen bij zitten.’’
Hooivork
De Marumer vraagt altijd toestemming aan de boer voor hij diens akker betreedt. ,,Je wilt geen kwaaie boer met een hooivork achter je aan. Ik ga nooit zo maar graven. Ik vind dat je als amateur-archeoloog trouwens je eigen gebied moet hebben. Bij de boeren waar ik kom, heb ik goede contacten. Ik geef ze ook wel eens wat.’’
Opeens geeft een toon in zijn koptelefoon aan dat er metaal in de grond zit. Van den Bosch bukt en graaft op de plek die de detector aanwijst. De zwarte kluiten die hij uit het gat pakt, verkruimelt hij met zijn vingers totdat hij een rond kompje modder te pakken heeft. Met een oude tandenborstel veegt hij de modder weg en houdt het schijfje triomfantelijk omhoog.
,,Een koperen cent uit 1890. Als je goed kijkt, zie je dat er een leeuw op staat. Daarom noemen ze dit een leeuwencentje. Toch nog een mooi muntje. Is hier waarschijnlijk via afval uit de stad beland.’’
De bodemonderzoeker loopt geduldig verder. Na een kwartier bukt hij ineens en raapt iets op. ,,Een kraantje van koper. Ik schat zo uit de periode tussen 1700 en 1800. Kijk, dat vind ik nu mooi. Thuis ga ik hem netjes schoonmaken.’’
Verhaal achter het voorwerp
Hoewel hij natuurlijk graag nog een keer een brok zilver uit de grond zou trekken, vindt hij gebruiksvoorwerpen minstens zo interessant. Of materiaal uit de steentijd, dat hij ook veelvuldig aantreft. ,,Voorwerpen waar een verhaal bij hoort vind ik het boeiendste.’’
Thuis bewaart hij een grote collectie krabbers, mesjes, boortjes en stekers uit de steentijd. Naast veel minder oude dubbeltjes, kraantjes, vingerhoedjes, horlogesleuteltjes, loodjes en penningen. Ook kogels vindt hij regelmatig, zowel uit de Tachtigjarige Oorlog als uit de laatste Wereldoorlog. En, niet te vergeten, fossielen. Zoals een fraai zee-egeltje, dat hij uit een akker bij De Wilp opdiepte.
Wat is eigenlijk de charme van al dat gespit in de zompige grond? De kans op een goudschat is immers gering. ,,Ja, voor echt mooie vondsten moet je naar Scandinavië. Als je ziet wat ze daar soms opgraven aan goud en zilver uit de Vikingentijd. Daar ben ik wel eens jaloers op. Wie hier in Nederland goud wil vinden, kan het beste op het strand zoeken, vooral op de plekken waar de mensen het water in gaan. Zwemmers verliezen daar soms ringen en andere sieraden.’’
Van den Bosch, die ook vrijwilliger is bij het Noordelijk Archeologish Depot in Nuis, kreeg veel complimentjes voor zijn vondst in Jonkersvaart. Archeologen waren opgetogen over de Romeinse bronzen munt en de twee zilveren fibulamuntspelden. Het zou kunnen wijzen op de aanwezigheid van Vikingen in Noord-Nederland.
Toch vindt hij zijn stenencollectie haast net zo mooi, zegt Van den Bosch, terwijl hij de maisakker verder afspeurt. Hoewel: ,,Zilver is eigenlijk het mooiste. Net als goud. Want dat blijft zo lang goed.’’
bron : https://www.dvhn.nl/groningen/Op-pad-met-een-schatzoeker-21744968.html
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Een Vikingschat - de vondst van mijn leven.
"De vondst van mijn leven" vertelt Martin van den Bosch uit Marum. Martin beoefend al 25 jaar het edele vak van de detectoramateur. In het begin was hij niet zo actief. Af en toe leende ik toen de metaaldetector van mijn vader vertelt Martin. Dat veranderde een jaar of tien geleden toen ik zelf een metaaldetector aanschafte. Daarmee ging ik steeds meer het veld in en vond ik soms leuke dingen zoals oude munten, gespen en fibula's. In 2014 was ik aan het zoeken op een veld bij Jonkersvaart toen mijn detector begon te piepen. Ik wilde juist mijn zoektocht op dat veld beëindigen omdat ik er eigenlijk niets had gevonden. Toen ik na die pieptoon ging graven haalde ik een soort munt met daaromheen een filigrain rand te voorschijn. Eigenlijk wist ik niet meteen dat ik wat bijzonders had gevonden maar dat veranderde toen ik toch nog even verder ging zoeken op die plaats. Nog binnen een meter van die vondst had ik weer een piep en kwam een tweede soortgelijke munt met filigrain rand te voorschijn en even daarna bij een volgende piep nog een munt. Verder vond ik op die plaats niets.
Links de fibula met munt van Lodewijk de Vrome en rechts de fibula met Ummayad dirham munt
Toen ik mijn vondsten publiceerde kreeg ik meteen veel belangstelling. Het bleek een bijzondere vondst te zijn die ik had gedaan. Het bleek te gaan om twee zilveren muntfibula's uit de Vikingtijd. Het zijn zilveren munten met daaromheen viligrain randbewerking ook van zilver. De munt werd pas later herkent als Romeinse munt. Omdat verwacht werd dat er op die plaats mogelijk nog meer in de bodem zou liggen werd er zelfs in 2015 een opgraving gedaan maar daarbij werd helaas niets meer gevonden. Over mijn vondst die getypeerd wordt als een Vikingschat is onderhand veel gepubliceerd in bladen maar ook b.v. in archeologische geschriften. Er is belangstelling voor deze vondst van musea en ik denk dat deze "Vikingschat" zoals mijn vondst onderhand wordt genoemd in het Gronings museum terecht zal komen. Zelf ben ik ook van mening dat een zo'n unieke vondst thuishoort in een museum.
Niet alleen de metaaldetector is voor mij belangrijk. Ik ben ook regelmatig in het veld te vinden op zoek naar artefacten uit de steentijd. Een tijd geleden heb ik een Hamburgsite ontdekt en daar de eerste vondsten van veilig gesteld. Het is een terrein dat ligt glooit en op de helling daarvan ontdekte ik de Hamburgsite. Ik heb daar onderhand een aantal fraaie Hamburg artefacten gevonden. Steentijd is een hobby die ik van mijn vader heb meegekregen. Het is een andere ontdekkingsreis over de velden dan met een metaaldetector maar net zo interessant.
Fraaie vondst van Martin van den Bosch. Een krombeksteker uit de Hamburgcultuur. Zie ook de website van Martin van den Bosch : www.duppies.jouwweb.nl JFK.sept.2016.
bron : http://www.archeoweb.nl/pages/nieuws/metaal-detector-nieuws.php
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Een sierlijke Karel de Kale en een Vrome Lodewijk.
Op een avond zit ik met een aantal archeologische maatjes vondsten van amateur archeologen te determineren in het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis. Echt spectaculair vondstmateriaal zit er die avond niet tussen. De tijd verstrijkt maar langzaam en het werk gaat op de automatische piloot.
De deur gaat open en Martin komt binnen. Regelmatig bezoekt hij ons en laat zijn meegebrachte vondsten determineren. Hij is een detectorman die zich langzamerhand ook steeds meer voor steentjes gaat interesseren. Direct viel me zijn brede glimlach op, in zijn hand hield hij een sigarendoosje. Zijn houding deed een topvondst vermoeden.
En dat was ook zo!
Naast elkaar lagen twee juweeltjes van fibulae. Een fibula is een sierspeld welke met name bedoeld is om kledingstukken op het lichaam vast te maken. Ik heb vrij veel bronzen, Romeinse fibulae mogen opgraven, maar nog nooit had ik dergelijke mooie mogen aanschouwen die Martin die avond meebracht. De beide fibulae zijn opgebouwd uit ringen waaraan in het midden een munt is gemonteerd. Het geheel is gemaakt van zilver. Op de achterzijde is de plaats waar de naald gezeten heeft heel goed te herkennen.
Martin had de beide fibulae in het Noorden van Nederland gevonden (nadere aanduiding krijgt u niet!). Ze lagen vlak bij elkaar in de buurt. Niemand verliest zomaar twee kostbare fibulae. Er moet dus wat meer aan de hand zijn geweest. Laten we even lekker speculeren. Op deze pagina mag het. Zou er misschien iemand begraven zijn? Heeft misschien iemand zijn kostbaarheden in de grond gestopt vanwege onzekere tijden en is deze persoon nooit meer in de gelegenheid geweest zijn eigendommen op te graven?
Roerige tijden, dat waren het zeker. De fibulae vallen goed te determineren. We hebben immers de munten! Op de een is het portret van Lodewijk de Vrome (keerzijde inschrift Karel de Kale met een groot kruis), geslagen tussen 814 en 816 na Chr.. De andere is een zgn. Umayyaden munt met Arabische randschrift. Deskundigen dateren deze munt omstreeks 750 na Chr. Ondanks het verschil in datering, lijkt het erop dat de fibulae op hetzelfde tijdstip gemaakt zijn. Hun gelijkenis is frappant. Zilveren munten verliezen hun waarde niet. Ze werden zelfs honderden jaren nadat ze geslagen waren, nog verhandeld. De fibulae dateren dus van na 816. Roerige tijden. Vanuit Scandinavië vielen Noormannen met enige regelmaat onze streken binnen. Handelscontacten zullen er ook geweest zijn. Misschien zijn de fibulae geruild of gekocht? In Polen is een groot Vikinggraf gevonden met daarin diverse ring fibulae met munten. Ook uit andere graven van de Noormannen kennen we ze. Maar nog niet uit Noord-Nederland. Martin heeft zijn vondst direct gemeld bij de provinciaal archeoloog. Zo hoort het ook! Deze was gelijk enthousiast. Gezien bovenstaande vindt de Verteller van het Oude dat heel begrijpelijk. Een kleine proefopgraving moet meer duidelijkheid verschaffen. Ik houd u op de hoogte, het Verhaal is nog niet helemaal verteld!
Bron : www.vertellervanhetoude.nl
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++